Jung werd op 28 juli 1875 geboren als Karl Gustav II Jung. Hij was het vierde kind van Paul Achilles Jung en Emilie Preiswerk, maar het eerste dat de vroege kindertijd overleefde, net als zijn negen jaar jongere zuster. Zijn vader, Paul Jung, was dorpsdominee van de Zwitserse gereformeerde kerk, en zijn moeder Emilie was een telg uit een rijke Zwitserse familie. In Bazel doorliep hij het gymnasium en studeerde er vanaf 1895 medicijnen.
Vlak voor zijn artsexamen kreeg hij het Lehrbuch der Psychiatrie van Richard von Krafft-Ebing in handen en dat veranderde zijn leven. Krafft-Ebing duidde psychosen aan als ‘ziekten van de persoonlijkheid’ en refereerde tevens aan de inzet van de totale persoonlijkheid van de psychiater bij het behandelen ervan. Jung voelde als in een flits dat dit het gebied was waarop hij moest afstuderen.
Jung is wellicht nog het meest bekend geworden door zijn typologie. In zijn boek Psychologische typen uit 1921 werkte hij vier basistypen van de menselijke persoonlijkheid uit.
Hij stelde daarbij contrasterende functies tegenover elkaar: denken en voelen, perceptie (waarneming) en intuitie, waarbij elke functie als het ware de pool is van een cirkel, die het zelf symboliseert.
Eén van die polen is bij elk basistype dominant, ze is onze ‘superieure functie’. Een bijkomende, belangrijke factor is of de psyche naar binnen (introvert) of naar buiten (extravert) is gericht.
© Copyright MakkieMax BV – Website: TOET Communicatie – Privacyverklaring